Naast pepernoten, taaitaai en marsepein, hoort ook speculaas bij Sinterklaas. Ook al kun je speculaas het hele jaar door krijgen, vind ik het toch echt bij december horen door de winterse speculaaskruiden. Die ruik je door het hele huis, als de speculaas in de oven staat. Heerlijk!
Speculaas heb je in verschillende vormen: speculaaspoppen, van die molentjes, gewone koekjes zonder ‘prent’ en gevulde speculaas. Ik wilde graag prachtige speculaaspoppen maken. Dat pakte iets verkeerd uit, en de mooie speculaaspoppen veranderden in de oven in ware monsters. De smaak was echter wel goed, dus het lag niet aan het recept. Voor een nieuwe poging ben ik voor makkelijk gegaan. Twee grote koeken gemaakt om die daarna te breken: speculaasbrokken. Veel sneller en net zo lekker.
Dit recept van speculaas komt uit een heel oud kookboek, wat al uit elkaar valt als je er naar kijkt. Aangezien speculaas en de Sint zelf ook eeuwenoud zijn, leek me dat wel toepasselijk 😉
- Meng de boter met de suiker en het zout. Voeg de melk, bloem, bakpoeder en kruiden toe en kneed tot een samenhangend deeg. Vorm een bal van het deeg, omwikkel met vershoudfolie en leg minstens een half uur in de koelkast. Het beste is om het deeg een dag van te voren te maken en de volgende dag de speculaaskoekjes te bakken.
- Verwarm de oven voor op 150 graden.
- Vorm van het deeg één of meerdere lappen van ongeveer een halve tot één centimeter dik. Je kunt deze lap(pen) afbakken en daarna in stukken breken (de speculaasbrokken), je kunt er ook met koekvormpjes figuurtjes uit steken. Heb je speculaasvormen (waar het deeg in wordt gedrukt), bestrooi die dan met bloem en druk het deeg hierin. Het deeg wat boven de vorm uitsteekt snijd je af met een scherp mes. De koeken klop je vervolgens uit de vorm.
- Bak de speculaas in de voorverwarmde oven in ongeveer 40 tot 45 minuten gaar. Hele dunne speculaasjes hoeven minder lang in de oven, deze zullen na ongeveer 20 tot 25 minuten al gaar zijn.
Leave a Reply