Jaren en jaren stonden de rabarberplanten in de moestuin van mijn vader er alleen ter decoratie. Niemand at er ooit wat van, niks lekkers aan. Maar dat is sinds vorig jaar helemaal veranderd. Ik heb de rabarberkruimeltaart ontdekt en dit jaar heb ik de rabarberplanten bijna uit de grond gekeken.

Inmiddels ben ik erachter dat je met rabarber heel lekkere dingen kunt maken. Zelfs de rabarbermoes, die ik vroeger zo vies vond, wordt met stukjes aardbei of banaan erdoor ineens best heel lekker.

Als je niet zoveel tijd hebt, kun je de rabarberstukjes eerst in een klein laagje water koken. Dan hoeft de crumble niet zo lang in de oven. Hoe langer je de crumble in de oven laat staan, hoe meer de smaken gaan mengen en hoe lekkerder de taart wordt (vind ik in ieder geval.)

Er wordt gezegd dat rabarber maar tot de langste dag van het jaar gegeten kan worden (dat heeft te maken met het oxaalzuur dat vanuit de bladeren naar de stelen trekt) dus als je dit seizoen nog rabarberkruimeltaart wilt eten, moet dat eigenlijk deze week nog gebeuren. Gelukkig staan de planten ook volgend jaar weer te wachten.

1. Verwarm de oven voor op 170°C.
2. Snijd de uiteinden van de rabarber (verwijder eventueel ‘het buitenste schilletje’ van de rabarber) en snijd de stengels in stukjes van ca. 4 cm. Schil de appels en snijd ze in blokjes. Meng de rabarber met de appel en de suiker en verdeel het mengsel over de bodem van de taartvorm.
3. Smelt de boter en schenk deze bij de bloem, de suiker en de kaneel in een kom. Meng met je vingers door elkaar, zodat een kruimelmengsel ontstaat. Schud de kruimels over de rabarber.
4. Bak de rabarberkruimeltaart in ca. 30 minuten gaar.

Lekker met slagroom of vanille-ijs.