En tijd voor pizza nummer 2! Deze pizza is lastiger om uit te spreken, dan om te maken 😉 Gelukkig maakt de smaak helemaal goed dat we deze dingen pitapizza hebben genoemd. Het is een soort tongbreker, probeer maar uit tijdens het maken: pitapizzapitapizzapitapizza…
Maar goed. Pitapizza’s dus. Je maakt ze van pitabroodjes en krijgt daardoor heel kleine, gezellige pizzaatjes. Ook leuk als voorgerecht of op een tafel vol hapjes. Onderstaande pizza’s vinden wij erg goed smaken, maar natuurlijk kun je ze beleggen met alles wat je maar lekker vindt. Of je maakt een heleboel verschillende, ook lekker!
Het zijn dus kleine pizza’s. Wil je ze als hoofdgerecht eten, maak er dan twee per persoon en serveer er nog een salade bij. Bijvoorbeeld van veldsla en geroosterde blokjes pompoen of van rode bieten. Helemaal herfst, helemaal lekker 🙂
In plaats van appel kun je ook pruimen of peer gebruiken. Gebruik geen heel rijpe peren, daar blijft tijdens het bakken alleen maar smurrie van over en dat is zonde van die lekkere pitapizza’s (pitapizzapitapizza…) 😉
- Verwarm de oven voor op 200 graden.
- Snijd de pitabroodjes doormidden, leg ze op een bakplaat en besprenkel met wat olijfolie.
- Roerbak de spinazie in een pan tot het geslonken is. Beleg de pita hiermee.
- Snijd de appel in partjes (schillen hoeft niet, klokhuis verwijderen wel). Bak de appelpartjes met wat boter en honing (mag best veel) tot de partjes bruin beginnen te kleuren. Verdeel de appelpartjes over de spinazie.
- Verbrokkel de geitenkaas en verdeel over de pita’s. Zet de pitapizza’s ongeveer 10-15 minuten in de oven. Ze zijn klaar als de geitenkaas en de randjes van de pita bruin kleuren.
- Verdeel de walnoten over de pizza’s.Buon appetito!
Leave a Reply