In de categorie groenten waar ik niet zo van hou, staat bloemkool ergens halverwege. Met tot snot gekookte bloemkool maak je mij niet blij, maar met deze bloemkoolhapjes wel! Van buiten zijn deze hapjes krokant en van binnen zijn ze zacht. Heerlijk, zó gemaakt en ook nog eens gezond. Eet de bloemkoolhapjes bij een borrel, als lunch of als onderdeel van het avondeten. Serveer met wat ketchup en het bloemkoolfeest kan beginnen!

Het recept is met paprika en bosui als extra toevoeging, maar je kunt ook andere groenten die je nog over hebt er in doen. Ik heb ze bijvoorbeeld een keer met stukjes paprika en bleekselderij gemaakt, ook erg lekker!

Met één bloemkool maak je trouwens echt heel veel van deze bloemkoolhapjes, namelijk twee bakplaten vol (afhankelijk van de grootte van je bakplaat natuurlijk). Je kunt ook de ingrediënten halveren voor een iets kleiner bloemkoolfeestje 😉

1. Verwarm de oven voor op 200 graden. Vet een bakplaat in of bekleed met bakpapier.
2. Kook de bloemkoolroosjes in 5 minuten gaar. Giet het water af en laat de roosjes afkoelen.
3. Snijd ondertussen de paprika en bosui in hele kleine stukjes.
4. Pureer de bloemkool met een keukenmachine. Heb je die niet, dan kun je het ook met een vork en evt. een mes doen.
5. Meng in een kom de bloemkoolpuree met de eieren, kaas en paneermeel. Voeg naar smaak peper, zout en peterselie toe. Meng als laatste de paprika en bosui door het mengsel.
6. Neem met een eetlepel wat bloemkoolmengsel uit de kom en vorm hier een ovaal balletje van (of elke vorm die je zelf maar wil 😉 ). Leg het op de bakplaat. Waarschijnlijk kunnen niet alle hapjes in één keer in de oven. Als je een tweede bakplaat hebt, kun je deze alvast vullen. Anders bak je eerst het eerste deel af en zet je het bloemkoolmengsel wat over is in de tussentijd in de koelkast.
7. Bak de bloemkoolhapjes in de oven in ongeveer 25 minuten gaar en goudbruin. Keer ze eventueel halverwege om. Laat de hapjes een beetje afkoelen en smikkelen maar!