Het lijkt niet zo gezien de huidige temperatuur buiten, maar de vallende blaadjes liegen er niet om: het is herfst! Daar horen dus ook herfstige recepten bij. En aangezien ik nog steeds veel appels heb, wilde ik daar een nieuw recept mee bedenken. Het zijn appelkoekjes geworden. Het zijn geen harde koekjes, maar wat zachter zoals de bovenkantjes van muffins. Erg lekker, en ze smaken naar de herfst (voor zover herfst ergens naar kan smaken).
Om deze appelkoekjes nog herfstiger te maken, dan kun je naast kaneel ook gember, kruidnagel en/of kardamom toevoegen. Dit recept is voor ongeveer 20 koekjes en als je dat wat teveel vindt dan kun je ze ook invriezen om ze op een later moment te eten. Met een kop thee. Onder een dekentje. Met een fijn boek. En de kat op schoot.
Liever iets anders met appel maken dan deze koekjes? Kijk dan ook even naar deze recepten: appelplaatcake, appelmuffins met honing of deze tarte tatin die ook met appel te maken is.
- Verwarm de oven voor op 200 graden. Leg bakpapier of een siliconen bakmat op een bakplaat.
- Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd ze in kleine blokjes.
- Meng de boter met de suiker. Voeg het ei en het vanille-extract (of essence) toe en meng.
- Voeg de bloem, havermout, kaneel, bakpoeder en zout toe en kneed tot een samenhangend deeg. Voeg de appelblokjes als laatste toe aan het deeg en kneed deze er, voorzichtig, doorheen.
- Mag bolletjes van het deeg (ongeveer 20 stuks) en leg deze met wat tussenruimte op de bakplaat. Druk de bolletjes iets aan, zodat ze iets platter worden.
- Zet de koekjes 12 tot 15 minuten in de oven. Laat de koekjes afkoelen op een rooster.
De koekjes zijn het lekkerst net afgekoeld uit de oven. Bewaar ze in een koektrommel, of vries ze in.
Leave a Reply