Appelflappen zijn fantastisch. Dat is gewoon zo. Meer ga ik er niet over zeggen.  

Vroeger maakten we vaak op zaterdag met oma appelflappen. Oma maakte de appelblokjes en daarna mochten wij rozijnen, veel suiker en nog meer kaneel toevoegen. Ondertussen ‘verdween’ de helft van het appelmengsel, maar meestal bleef er net genoeg over voor de appelflappen. Suiker erover voor een knapperig laagje en dan gingen de bleke deegdriehoekjes de oven in, om er na 20 minuten groot en bruin weer uit te komen. En lekker dat ze waren!

Natuurlijk kun je ook met appelflappen variëren. Dit recept is voor échte appelflappen, zonder rozijntjes (maar die mag je wel toevoegen natuurlijk). Het amandelschaafsel geeft ze net wat extra smaak.

Maak rustig wat extra vulling, want ik kan je verzekeren…dat smaakt nog net zo lekker als vroeger!

1. Verwarm de oven voor op 200 graden. Ontdooi de bladerdeegplakjes.
2. Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd in blokjes. Meng de kaneel en 2 eetlepels kristalsuiker door de appelblokjes.
3. Verdeel het appelmengsel over de bladerdeegplakjes. Vouw het bladerdeeg dicht in de vorm van een driehoek. Druk de randen goed dicht, gebruik hiervoor eventueel een vork.
4. Meng de rest van de kristalsuiker met de bruine basterdsuiker, de geschaafde amandelen en het ei. Bestrijk de bovenkant van de flapjes met dit mengsel.
5. Bak de appelflappen 20-25 min. in de oven tot ze goudbruin zijn.