Soms bedenk ik iets om te bakken, wat er in gedachte enorm mooi en lekker uitziet, maar in de gebakken realiteit… nou, eh, niet. Zo maakte ik laatst een rabarbertaart met een vulling van banketbakkersroom en rabarber. Alleen was de bodem brokkelig, de room vloeibaar, en de rabarber ook. Het werd een soort roerei in roze en geel 🙂 Lekker was het wel, maar dat kon beter! Daarom besloot ik als verbeterpoging deze aardbeientaartjes te maken, met een vulling van banketbakkersroom en met verse aardbeien. Ze werden mooi én lekker!

Als je weet wat de valkuilen zijn, kun je ze ook vermijden, dus ik maakte deze keer de bodem van een ander deeg. Ook had ik meer geduld met de banketbakkersroom, zodat deze steviger werd. Ten slotte deed ik er verse aardbeien uit de moestuin op, want daar wordt alles lekker van.

Het recept voor deze taartjes is wat langer dan je van ons gewend bent, maar ingewikkeld is het niet. Het kost alleen wat tijd, bij voorkeur neem je er zelfs twee dagen voor, zodat de room alle tijd heeft om af te koelen. De volgende dag maak je de taartbodems, die ook nog even af moeten koelen. Maar… dan heb je ook wat!

Ik maakte 10 aardbeientaartjes van onderstaande hoeveelheden, in 3 verschillende formaten, want ik had niet zoveel dezelfde vormpjes. De hoeveelheden zijn dus een richtlijn, maar dat ben je wel gewend van ons. Je zou er bijvoorbeeld ook een grote taart van kunnen maken, net wat je wilt!

1. Maak eerst de banketbakkersroom en laat deze goed afkoelen.
2. Maak nu de taartbodems: meng de bloem met de suiker en een snufje zout. Snijd de boter in blokjes en voeg deze toe. Wrijf de boter door de bloem, tot je fijne korrels hebt.
3. Klop de dooiers los met het water en kneed dit mengsel door de bloem. Vorm een platte schijf van het deeg en verpak deze in vershoudfolie. Leg minstens een half uur in de koelkast om stevig te worden.
4. Verwarm intussen de oven voor op 180 graden en vet eventueel de bakvormpjes in.
5. Haal het deeg uit de koelkast en laat het even op temperatuur komen. Bestrooi het werkblad goed met bloem en verdeel het deeg in 10 porties. Rol elke portie uit met een deegroller en druk het voorzichtig in een taartvormpje. Rol een keer met de deegroller over het vormpje; zo snijd je netjes het overtollige deeg weg.
6. Dek het deeg af met een stukje bakpapier en verdeel hier de blindbakbonen (of gedroogde rijst, dat kan ook) over.
7. Bak de bodems ca. 15 minuten* en verwijder dan de bakbonen. Bak de bodems in nog 5-10 minuten goudbruin. Haal ze uit de oven en laat afkoelen op een rooster.
8. Roer de banketbakkersroom even door en snijd de aardbeien in stukjes, schijfjes of partjes.
9. Doe de banketbakkersroom in een spuitzak of verdeel het voorzichtig met een lepel over de taartbodems. Verdeel de stukjes aardbei erover en klaar!

*Tip: houd de bodems goed in de gaten tijdens het bakken. De temperatuur in mijn oven daalde nogal, nadat ik de taartvormpjes 1 voor 1 in de oven had gezet. Ze hebben misschien wel 25 minuten gebakken bij mij, dus de 15 minuten zijn geen vaste richtlijn.